Theaterstuk 'Hier gebeurt nooit iets' was een groot succes.
Hier gebeurt nooit iets
(een penseelstreek over een bijzonder dorp) geschreven door Dick Bosveld.
Een enorme rij belangstellenden stond zaterdagavond voor de kassa van Theater De Klaproos in Rheden. Ze wilden wel eens zien en beleven hoe het er in vroeger jaren in het dorp aan toeging. Vanavond worden oude verhalen verteld. Ze zijn knap vermengd met de huidige levensomstandigheden, en zetten talloze inwoners aan het denken. Dat is de winst die de drie theaterdocenten met medewerking van heel veel vrijwilligers en liefhebbers van theater en muziek hebben bereikt, knap!
Rond 20.00 uur splitst de massa zich in zes groepen, die allemaal naar een verschillende locatie gaan. Ze wandelen in alle richtingen door het dorp, of laten zich chique vervoeren met een taxi of zelfs een huifkar. Onze eerste halte is de dorpskerk. Hier worden we vergast op theater van zes acteurs, omlijst door fraaie muziek. Opeens weerklinken er heftige geluiden. Een meisje is getroffen en ze stort ter aarde. De anderen buigen zich bezorgd over haar heen. Setrit, een Syrische jongen, is een van hen. Het is duidelijk: de associatie met de oorlog die ons land in 1940 trof, en waar in Rheden nog vaak over wordt verteld, is niet ver weg.
Dat blijkt als een van de mannen verslag doet over de nabijgelegen boerderij waar hij in 1921 werd geboren. Hij vertelt over zijn leven in die jaren: hout voor de kachel kwam van kasteel Middachten, ’s avonds gingen de petroleumlampen aan en de luiken dicht. ,,Als ik ’s middags om vier uur van school kwam moest ik de koeieflatsen die in de wei lagen in de goot doen.” Dan schakelt hij over naar een nieuwe periode in de geschiedenis. Opeens is hij getooid met groene helm, de opmaat naar verhalen over de vijf oorlogsjaren die diepe sporen achterlieten. Eventjes wordt gesproken over een pijnlijke geschiedenis waar iedere autochtone inwoner van weet: in de Dorpsstraat huisde toentertijd een aantal NSB-families. Nee, niet fraai, en het zorgde voor tweespalt in het dorp. Voordat de zes acteurs zich verzamelen om het applaus in ontvangst te nemen, roept een jongen nog: ,,Leven in vrijheid, dat is wat ik wil.”
Vanuit het terras pal voor Het Wapen van Rheden klinkt tromgeroffel en doedelzakmuziek. We worden naar binnen geleid, en dienen ons koest te houden. Daar wordt een oud-Rhedens tafereeltje opgevoerd: een man zit bezopen aan de bar, en heeft een schuld aan twee andere klanten die hij niet kan betalen. Maar er wordt een voorstel gedaan: als hij de IJssel overzwemt en weer terug, heeft hij zijn schuld afgelost. Dat gaat hij doen, zegt hij, en waggelt de deur uit. Alleen, het probleem is, hij kan niet zwemmen……
Dan stuitert een vrouw de uitspanning binnen en tiert dat haar man al zijn geld verzuipt. Ze is op zoek naar hem, zal hem mores leren, zegt ze. Ze was al in café De Stofwolk, maar voor de verandering was hij daar eens niet. Het is een scene die in vroeger jaren regelmatig speelde. Andere cafébezoekers lachten in die tijd besmuikt als een boze echtgenote haar man kwam ophalen. Als nu de vrouw van de barman hoort dat haar man op weg is naar de IJssel, schreeuwt ze: ,,Hij kan helemaal niet zwemmen” en rent de straat op, hem achterna. Gelukkig, ze wil hem toch niet missen! Barman Harry vertelt nog een fraai verhaal. Nadat hij een laveloze man in zijn auto heeft geladen en wil afleveren bij zijn echtgenote, vraagt hij haar, haar man op te pakken. Ze antwoordt: ,,Waar is toch zijn rolstoel?”
In werkplaats De Spaander zit een aantal vrouwen achter de naaimachine. Een van hen is Meseret uit Eritrea. Ze zingt een lied, dat erop neer komt dat ze allemaal teveel hooi op hun vork nemen. De werkzaamheden waren in vroeger jaren veel vrouwen te zwaar.
Dan brengt het trekpaard ons terug naar de Klaproosstraat, waar we een kijkje bij de bewoners van de Sizagroep nemen. Ze willen er graag bijhoren in dit dorp, zeggen ze en nemen enthousiast deel aan hún theaterstuk. Joost heeft de rol van James Bond voor zijn rekening genomen en neemt twee boeven te grazen. Om de hoek gaan we naar binnen bij zorgcentrum Rhederhof. Daar vertelt Jannie Beumer het verhaal over haar leven, toen ze als huishoudster bij dokter Bergsma op het Rozenbos in dienst trad. Yesterday van de Beatles klinkt op de achtergrond. ,,Toen ik trouwde, had de dokter voor een taxi gezorgd, die me naar hotel Haarhuis in Arnhem bracht. Dat is nu zestig jaar geleden, en het was de allereerste keer dat ik in een auto stapte.” Een piepjonge Laurens zorgt met zijn saxofoon voor de muzikale omlijsting.
Het laatste optreden van vanavond is bij basisschool De Holtbanck. Meester Ap Meeuwissen geeft een lesje inburgering, waarin scheldwoorden natuurlijk aan de orde komen. ,,Die les geldt voor iedereen die niet hier geboren is. Ook Velpenaren werden door ons altijd buitenlanders genoemd.” Amjad, een Syrische jongen, wordt gevraagd wat hij het liefst eet. ,,Hemaworst”, antwoordt hij. Meester Ap besluit deze avond met de vaststelling dat wie niet gemotiveerd is om in te burgeren, zich zal moeten aansluiten bij de groep Rheejes Proate. Daar maken ze je wel wegwijs in het dorp, met alle bijbehorende roddelverhalen, scheldwoorden, capriolen, vooroordelen en onhebbelijkheden!